Erkende Leergang Teamcoach (LGTC)
€6105, aangeboden door Coachboulevard
Leergang Teamcoach
De Leergang Teamcoach (12 dagen) wordt gevormd door de Opleiding Basis Coachen en de Opleiding Teamcoaching. De Leergang bevat een uitgebreid portfolio, waarin u uw ontwikkeling tot Teamcoach aantoont.Â
Qua volgorde in de keuze van 1-daagsen heeft u speelruimte. Tijdens de Leergang komen de deelnemers minimaal 10 bijeenkomsten in hun eigen intervisiegroep bijeen om eigen ontwikkelingen als teamcoach in te brengen. De Leergang wordt getoetst met een verslag over teamcoaching en een assessment.Â
De eigen teamontwikkeling en het direct reageren als teamcoach in hier-en-nu situaties staat centraal en wordt geoefend. Omgaan met de complexiteit van teamcoaching vraagt om ‘dancing in the now’ (ICF-begrip).
De Leergang wordt afgerond met een Instituutscertificaat CB Teamcoach. Bovendien heeft u na succesvolle afronding en certificering van deze Leergang recht op het PHBO-diploma Teamcoach. De Leergang Teamcoach is St!R erkend.Â
Opleiding Basis Coachen (4 dagen)
- Competentieprofiel & de 5 Succesfactoren (BC1)
- Werkwijzen & Beroepshouding (BC2)Â
- Contextgericht Coachen (BC3)
- Dynamiek van Intervisie (BC4)
De vier 1-daagsen vormen de noodzakelijke en voorwaardelijke kennis en vaardigheden voor de Leergang Teamcoaching (TC). ‘Als je weet wat je kunt zien, dan volgt de interventie vanzelf.‘ Centraal op de eerste dag staan de beroemde 5 Succesfactoren, daarnaast komt het competentieprofiel van St!R en NOBCO aan bod. U oefent met het GROW-model als basismethode. BC2 richt zich op de werkwijzen die aansluiten bij de 3 niveaus van de ijsberg: (1) gedrag, (2) opvattingen & overtuigingen en (3) waarden & drijfveren, die de basis vormen in een coachtraject.
BC3 richt zich op contextgericht coachen vanuit visie. Nog teveel wordt de werkcontext verwaarloosd. U herkent aan gedrag en uitspraken op welk niveau iemand of een groep zich gedraagt. Dit relateert u aan wat u kunt en mag verwachten vanuit de visie en ontwikkelingsniveau van de medewerkers. U leert uw stijl te (her)kennen en ontwikkelen - voor zowel team- als individuele gesprekken. De opleiding wordt afgerond met een Certificaat CB Basis voor Coachen. BC4 (Dynamiek van Intervisie) richt zich o.a. op twee dynamische modellen.Â
Competentieprofiel & de 5 Succesfactoren (BC1)
Deze 1-daagse is voor iedere (team)coach met weinig methodische ervaring een must. Deze dag biedt de noodzakelijke basiskennis die wordt verondersteld in de andere 1-daagsen. Ook voor ervaren coaches kan de invalshoek van de 5 Succesfactoren nieuw zijn evenals de nulmeting. Tijdens deze 1-daagse Startdag staan de 5 Kritieke Succesfactoren (KSF), die binnen elk coachtraject van belang zijn, centraal:
- de meetlat,
- het eigenaarschap,
- de context,
- de ijsberg en
- de hier-en-nu situatie.
De deelnemer leert diverse interventies toe te passen op deze 5 Succesfactoren. Coachboulevard heeft de succesfactor context onlangs toegevoegd:
- Hoe zichtbaar is/wordt het belang van de (team)coachvraag in de werkcontext?
- Welke feedback uit de context moet het coachtraject opleveren?
- Hoe kan de coachee zijn vaardigheden opgedaan tijdens het coachtraject ‘borgen’ in zijn werkcontext?
- Welke ondersteuning krijgt de coachee/het team tijdens het coachtraject vanuit de context (leidinggevende of collega’s)?
De deelnemer scoort zichzelf op het erkende competentieprofiel St!R. Ken uw nulmeting als coach! Weet wat u leerbehoefte is om uzelf als coach te profileren. Hoe toont u betrokkenheid met distantie vanuit meerzijdige partijdigheid? Wat kunt u ontwikkelen om meer inspirerend en persoonlijk te zijn als coach? De deelnemer oefent met (eigen) praktijksituaties en leert met de 5 Succesfactoren te interveniëren op de coachvraag. U leert 3 basismodellen die u direct kunt toepassen.
Resultaat
- Het resultaat van deze dag is dat u goed gefocust kunt waarnemen en een kader hebt om als basiscoach elk coachingsgesprek aan te gaan.
- U kent het kader HS-GS van coachen (Huidige Situatie & Gewenste Situatie).
- U kunt het GROW-model toepassen.
- U kunt vanuit progressiegericht coachen de Walking Scale toepassen.
- U kunt waarnemingen en uitspraken in een coachgesprek koppelen aan de 5 Succesfactoren.
- U heeft inzicht in een sterkte-/zwakteanalyse van uw coachhandelen m.b.v. feedback van anderen en u heeft het inzicht om de aandachtspunten in kansen om te zetten.
- U kunt uw eigen handelen plaatsen in het competentieprofiel.
- U heeft inzicht in proces van leren leren.
Werkwijzen & Beroepshouding (BC2)
In lesdag BC1 staan meetlat en eigenaarschap van de 5 Kritieke Succesfactoren (KSF) centraal. Tijdens BC2 staat de KSF ijsberg en (beroeps)houding centraal. In BC3 staat context centraal. De kritieke succesfactor hier-en-nu wordt in samenhang met de KSF van die lesdag geconcretiseerd. Vandaag komen werkwijzen naar voren die aansluiten bij de 3 niveaus van de ijsberg: (1) gedrag, (2) opvattingen & overtuigingen en (3) waarden & drijfveren, die de basis vormen in een coachtraject.
Aan de hand van een basismodel worden de 3 fasen (begin, middenstuk, afsluiting) van het coachproces geoefend. In iedere fase ligt het accent op verschillende kerntaken, waarbij een wisselend appèl op de beroepshouding van de coach wordt gedaan. De GROW en Walking Scale (BC1) zijn adequate modellen om een overzicht te vormen van de huidige situatie en de gewenste situatie. In de ochtend sluiten we daarbij aan met de STARR, een werkwijze om concreet een beeld te vormen van wat er gebeurt in termen van gedrag en communicatie. De deelnemer als coach leert vragen te stellen waarmee hij aansluit op het proces van de coachee. We maken een onderscheid in doorvragen op wat er zich boven en onder de waterlijn afspeelt. Boven de waterlijn: informerende vragen (wat gebeurt er?) en onder de waterlijn belevingsvragen (opvattingen en gevoelens, hoe raakt het je?).
Voor beginnende coaches is dit een moeilijke opgave. De manier waarop een coach vragen stelt maakt zijn beroepshouding duidelijk. Hoe een coachee zich opstelt t.a.v. van een probleem of knelpunt, maakt duidelijk wat zijn kijk op ‘eigenaarschap’ is. Heeft en neemt hij de regie van zijn/haar leerproces of voelt hij zich afhankelijk van anderen? Deze basisaanname (3e laag van de ijsberg) is van invloed op de coachvraag en het leerproces van de coachee. Bij het afronden van een coachsessie of coachtraject staan reflecteren en evalueren centraal. De cirkel van Korthagen wordt geoefend evenals het product- en procesgericht evalueren. Het derde onderdeel van evalueren ‘feedback vragen’ is een onderdeel van het vormgeven aan je beroepshouding.
Resultaat
- U heeft overzicht van de drie fasen in een coachtraject.
- U kunt een aantal basismodellen in een coachtraject hanteren.
- U kunt de STARR toepassen als explorerende vaardigheid.
- U kunt informerende vragen en belevingsvragen toepassen.
- U kunt met de coachee(s) reflecteren a.d.h.v. de cirkel van Korthagen.
- U kunt een interveniërende vaardigheid toepassen met de Cirkel van 8.
- U herkent de drie lagen van de ijsberg en kunt uw coachhandelen erop aanpassen.
- U heeft een beeld van de beroepshouding van de coach en hoe u daar vorm aan kunt geven.
Contextgericht Coachen (BC3)
Deze dag komt de basis van systeemgericht coachen met de vijfde succesfactor ‘context’ goed aan bod. Coachen veronderstelt dat coachend leidinggevenden en coaches kennis hebben van de visie en missie van de organisatie, en de vertaling hiervan naar bedrijfsdoelen, concrete afdelingsdoelen en uitdagende persoonlijke doelen bespreekbaar kunnen maken. De wisselwerking in een coachvraag tussen interpersoonlijk (inzichten in interactie tussen personen) en intrapersoonlijk (inzichten in de persoon) staan centraal. Van uitzoomen (‘de kaart is niet het gebied’) naar inzoomen (ijsberg van de persoon) en weer uitzoomen: acties plaatsen in de context. De deelnemer leert gedrag in de hier-en-nu situatie herkennen en te benoemen en te relateren aan wat er binnen de organisatie verwacht mag worden vanuit de visie van de organisatie.
Vanuit die visie leert een coachende leidinggevende omgaan met het zogenaamde ‘pettendilemma’. Niet twee maar drie petten namelijk die van leider, manager en coach maken het verschil tussen een reactief en een proactief manager. De coachend leidinggevende leert deze dag vanuit belangenverstrengeling te coachen. De deelnemer leert perspectiefwisseling toe te passen. Naast reactief coachen leert de deelnemer proactief te coachen. De coachee heeft geen last van zijn gedrag, de omgeving wel. Met proactief coachen geeft de coach de effecten van het gedrag van de coachee weer en koppelt dit aan eigenaarschap. Deze dag levert de deelnemer een aantal systeemgerichte inzichten op.
Resultaat
- U kunt een relatie leggen tussen de interactie/wisselwerking van context van de coachee en de coachvraag.
- U leert perspectiefwisseling toe te passen o.a. door context te tekenen.
- U bent in staat de vertaalslag van missie en visie naar functie en persoonlijke doelen te maken.
- U kunt onderscheid maken tussen ontwikkelingsniveau en verwachtingsniveau.
- U kunt reactief en proactief coachen vanuit de drie petten (leider, manager en coach) of de vier C-rollen.
- U kunt het verschil in getoond gedrag (hier-en-nu) en verwachtingen benoemen.
- U reflecteert op de drie competenties: verbeeldingskracht, veerkracht en tegenwoordigheid van geest.
- U kunt een driegesprek aangaan: leidinggevende-coachee-coach.
- U kunt schakelen tussen zichtbaar gedrag en te verwachten gedrag (eigenaarschap en meetlat en context).
- U kunt opgaan voor coach niveau Foundation NOBCO/EMCC i.c.m. BC1 en BC2.
Dynamiek van Intervisie (BC4)
BC4 fungeert als een basis voor de 1-daagse Intervisiecoaching, kortdurende begeleiding van lerende groepen (TC4), het opzetten en tijdelijk begeleiden van intervisiegroepen binnen organisaties als intervisiecoach. Het  stellen van de juiste vragen en goed luisteren en daarbij de eigenheid van de ander respecteren staat deze dag centraal. De voorwaarden voor het scheppen van een goed leerklimaat en eigen bijdragen daarin zijn essentieel. Het kader, het doel en de basisvaardigheden voor intervisie zijn uitgangspunt. Basisvaardigheden zoals vragen stellen -informerend en verdiepend op beleving- worden geoefend in modellen die in de praktijk ook van toepassing zijn. Aan de hand van de fasen binnen intervisie krijgt de communicatie vorm door het oefenen en het zich eigen maken van een aantal intervisiestructuren. Vanuit de drie rollen: case-inbrenger, facilitator en deelnemer wordt het leren geoptimaliseerd. Het CREA-model als dynamisch leermodel wordt geoefend.
Het accent komt te liggen op de specifieke dynamiek en ‘uitglijers’ per fase en hoe hierin actief een bijdrage te leveren als intervisant vanuit de drie rollen om het leerrendement van intervisie te optimaliseren. Feedback op eigen leerstijl is vanzelfsprekend. Na deze dag kunt u een actieve en effectieve bijdrage leveren in onbegeleide intervisiegroepen.
Resultaat
- U krijgt inzicht in de kerncompetentie van intervisie aan de hand van de 4 criteria van succesvolle teams.
- U kunt -binnen de dynamiek van intervisiefasen- structuur, metacommunicatie en andere vaardigheden toepassen.
- U heeft vanuit een leerhouding geoefend een bijdrage als intervisant in de drie rollen (facilitator, case-inbrenger en deelnemer) te leveren.
- U leert verschillende type vragen te stellen in relatie tot de vraag van de case-inbrenger, en in relatie tot het proces.
- U krijgt feedback op uw bijdrage in het intervisieleerproces.
- U leert uw bijdrage te onderkennen in een collectief leerproces.
- U kunt omgaan met uw valkuilen in diverse kritieke situaties.
Opleiding Teamcoaching (TC) (8 dagen)
In TC1 staat de analyse vanuit systeemdenken centraal: ‘Hoe houdt dit team de knelpunten in stand?’. Evenals het herkennen van de teamontwikkelingsfase. In TC2 (Teaminterventies) komen diverse werkwijzen aan bod.
De volgende drie themagerichte 1-daagsen gaan over vakmanschap.
- Coachen van Conflicten (TC3), veel nodig bij M2-groepen
- Intervisiecoaching (TC4), een effectief traject voor borging na teamcoaching, verder gaan in zelfstandig leren
- Afronding Teamcoachtraject & Kritieke Momenten (TC5)
De volgende drie thema’s richten zich op een verdieping in het teamcoachen en op reflectie en houding als professioneel Teamcoach:
- Coachen van Regressieve & Stagnerende Teams (TC6), richt zich op het herkennen van de fasen in regressieve teams en daarbij aansluiten.
- Teamcoaching vanuit Organisatiecontext (TC7), herkennen van patronen in structuren.
- Kritieke Momenten Teamcoach (TC8) richt zich op momenten die de teamcoach als kritiek, (‘spannend’ De Haan, 2012) ervaart.
Tijdens de opleiding komen de deelnemers minimaal 10 intervisiebijeenkomsten bij elkaar om eigen ontwikkelingen als teamcoach in te brengen. De opleiding wordt in TC5 getoetst met een verslag over een teamcoachingstraject. In het assessment (na TC8) toont de deelnemer zijn kunnen als teamcoach met een DVD-assessment van een teamcoachingssessie.
Teamintake, Analyse & Ontwikkelingsfasen (TC1)
Centraal staat het waarnemen en de analyse van groepsdynamiek tussen teamleden. Je scope is om vanuit het grotere geheel naar de bijdragen van kleinere subdelen te kijken naar hoe deze zich tot elkaar verhouden. De focus ligt op hoe de huidige situatie met elkaar in stand wordt gehouden. Het gaat dus minder om het individu en juist meer om de verbinding tussen de delen, de interactie tussen individuen en teams. Wel is de vraag: hoe zie je je eigen bijdrage? Hoe gaan zij gezamenlijk om met de succesfactoren meetlat, eigenaarschap, context, ijsberg en hier-en-nu situatie? De deelnemer leert gedrag in de interactie waar te nemen in termen van voor- en achtergrond. Hij leert te kijken hoe de teamleden elkaar met hun gedrag beïnvloeden en hoe ze daarmee de huidige situatie in stand houden en leert te interveniëren op de interactie in de hier-en-nu situatie. Dat is even wennen, maar na deze 1-daagse gaat er een wereld open door circulair te kijken. De deelnemer leert hoe de ontwikkelingsfasen van een groep naar een team verlopen, en leert aan de hand van de Functionele Analyse en observatie van het gedrag in het hier-en-nu een beeld te vormen hoe de huidige situatie in stand wordt gehouden.
In de middag ligt het accent op intake ‘doen’ met opdrachtgever zonder (dus met onzichtbaar) team, gevolgd door intake met het team. Een vraag is essentieel voor het vervolg om samen met het team tot afspraken te komen over een stappenplan voor een teamcoachtraject.
Resultaat
- U verkrijgt inzicht in het verloop van ontwikkelingsfasen en teamcompetenties (Tuckman en Lingsma).
- U analyseert het verschil tussen lineair en circulair denken.
- U herkent aannames en regels vanuit systeemdenken.
- U bent in staat de kwaliteit van interactie waar te nemen.
- U kunt van een ‘teamfunctioneren’ een Functionele Analyse maken.
- U kunt de 5 Succesfactoren benutten voor het maken van uw interventies.
- U kunt globaal een stappenplan maken op basis van een teamcoachvraag en Functionele Analyse.
- U heeft een eerste SWOT-analyse van uzelf als teamcoach gemaakt.
Teaminterventies (TC2)
De ochtend begint met een overzicht van een stappenplan als globaal plan van teaminterventies. Zo zijn eerst de gezamenlijke meetlat en eigenaarschap essentieel voor verdere stappen. De groepsoefening 10-10 Competenties komt aan bod: verstieren en versterken van bijvoorbeeld de competentie samenwerken. Ook de Walking Scale met teams wordt gedemonstreerd en geoefend. U oefent verder in subgroepen met het 2e intakegedeelte: naar aanleiding van geformuleerde teamcoachvragen, en het maken van een Functionele Analyse, het (laten) formuleren van een stappenplan en het sluiten van een teamcoachcontract.
In de middag worden diverse praktijksituaties geoefend. Eerst wordt droog geoefend met circulaire vragen. Het team brengt een coachvraag in en naar aanleiding van de ontwikkelingsfase sluit de teamcoach daarbij aan met zijn benadering. De 5 Succesfactoren zijn weer leidraad. U krijgt feedback op uw werkwijze als teamcoach. Daarbij is van belang hoe u van aansturing zelfsturing in de groep bevordert. U coacht teams circulair en resultaatgericht in het hier-en-nu naar de gewenste ontwikkelingsfase.
Tijdens deze dag leert u de logica en de opbouw van teaminterventiemogelijkheden. U leert hoe u met concrete interventies het team een stap verder kunt helpen. Met daarbij volop aandacht voor het appèl dat het team in iedere fase op de manager en de coach doet. En u leert de talrijke valkuilen te hanteren o.a. door uzelf hardop te corrigeren. Na deze dag bent u in staat aan de hand van de communicatie en interactie het niveau van een groep of team te analyseren en te relateren aan de doelstelling. Bovendien kunt u daarop circulair interveniëren. U heeft nu een goede basis om veel coachervaring in teamcoaching op te doen.
Resultaat
- U weet de teamcoachvraag te benoemen en maakt daarop samen met het team een teamstappenplan en werkt dit uit.
- U bent in staat de kwaliteit van interactie waar te nemen.
- U kunt circulair interveniëren op interactie in het hier-en-nu.
- U kunt interactie koppelen aan de coachvraag.
- U kunt circulair interveniëren in de hier-en-nu situatie om beweging te creëren.
- U bent in staat uw werkwijze als teamcoach te koppelen aan het niveau van het team.
- U onderkent uw eigen valkuilen.
Coachen van Conflicten (TC3)
In de Beroepskritieke Situaties van een teamcoach is het interveniëren op conflicten bijna een vast onderdeel. Deze lesdag is gewijd aan een bijzondere tak van sport in coachingsland: coachen van conflicten. Misschien wel de hoofdtaak van de manager, teamcoach en de leanteamcoach van nú. De deelnemer krijgt inzicht in zijn eigen conflictopvattingen en conflictgedrag. En de deelnemer krijgt inzicht in hoe conflictvaardig de organisatie is. De communicatie-vaardigheden die nodig zijn in relatie tussen de kwaliteit van processen en conflicten -die om diverse redenen, lees belangen, ontstaan- worden merkbaar.
Er wordt gewerkt met de escalatietrap van Glasl (2004), de deelnemer leert de escalatie herkennen en leert hoe hij conflictpartijen aan de praat krijgt en hoe hij anderen kan coachen tot meer conflictvaardig gedrag. Vanzelfsprekend komen systeemtheorie en de basisprincipes van coaching ook hier aan de orde. De deelnemer leert verschillende typen conflicten te signaleren en de escalatiefasen te onderkennen en kan destructieve interactie tussen de betrokkenen bespreekbaar maken. Hij coacht de betrokkenen, al dan niet met spelregels, op hun eigenaarschap voor het proces, op de effecten van hun gedrag, op de voortgang en het resultaat. De deelnemer leert conflicten met meerdere betrokkenen te coachen met behulp van de 5 stappen van Conflictcoaching. Kortom: hij krijgt trek in conflicten. De (lean)teamcoach leert dat conflicten drempels zijn waar je over moet voor een betere communicatie en afstemming.
Resultaat
- U kunt werken met een workshop ‘Spelen met Conflicten’ met grote groepen.
- U heeft inzicht in het kader van conflictcoaching: conflictvaardigheid, conflictmanagement en uw bijdrage als conflictcoach.
- U heeft inzicht in de escalatietrap van Glasl.
- U herkent de escalatiedynamiek in de hier-en-nu situatie.
- U werkt met spelregels en de 5 stappen van Conflictcoaching.
- U maakt destructieve interactie bespreekbaar.
- U toont zich meerzijdig partijdig.
- U past uw interventie aan op het niveau van het conflict.
- U coacht betrokkenen op eigenaarschap voor het interactieproces en het te behalen resultaat.
Intervisiecoaching (TC4)
Deze 1-daagse Intervisiecoaching -kortdurende begeleiding van lerende groepen- is bedoeld voor deelnemers die Dynamiek van Intervisie (BC4) hebben gevolgd of vergelijkbare en relevante intervisie-ervaring hebben opgebouwd en zich willen richten op het opzetten en tijdelijk begeleiden van intervisiegroepen binnen organisaties. De werkwijze van intervisiecoaching kunt u ook gebruiken voor het coachen van gelegenheidsteams, i.p.v. een teamcoachtraject wordt van u een éénmalige interventie gevraagd om een team te coachen op een intern knelpunt. Deze manier van interveniëren zal steeds meer voorkomen. Leren van en met elkaar in organisaties door intervisiegroepen krijgt terecht steeds meer belangstelling. Dit vraagt een speciale aandacht voor het coachen. Je aanwezigheid kan namelijk een hinderlijke interventie zijn om dit proces van en met elkaar leren aan te gaan.
Van cruciaal belang zijn de volgende beroepskritieke situaties: (1) het voortraject met dwingend adviesgesprek, (2) de start en het versterken van eigenaarschap als intervisiegroep, (3) het begeleiden van de drie rollen, zonder de interne facilitator buiten spel te zetten en (4) groepsdynamische lastige situaties.De deelnemer als coach leert dat hij door het voortraject goed te begeleiden en te coachen zichzelf overbodig maakt, en alleen tijdelijk of kortstondig aanwezig is tijdens het intervisietraject. De groep krijgt voldoende vertrouwen, vaardigheid en zin om zelfstandig door te gaan door de vaardigheden die ze zich in het voortraject eigen hebben gemaakt.
Voor veel intervisiebegeleiders is dat een heftige verschuiving in aanname over het belang van hun eigen aanwezigheid. De houding van een intervisiecoach tijdens een intervisietraject is essentieel anders dan die bij een langlopend teamcoachtraject. De intervisiecoach leert valkuilen te herkennen en er op een constructieve manier mee om te gaan. Praktijkvragen van deelnemers vormen de rode draad op deze dag.
Resultaat
U leert als intervisiecoach:
- met de opdrachtgever een passend adviesgesprek aan te gaan;
- de eerste bijeenkomst vorm te geven;
- kritieke momenten voor de intervisiegroep te begeleiden;
- interveniëren via de facilitator;
- interveniëren middels een metaview-oefening met de groep;
- effect van interventies in te schatten op leerhouding en eigenaarschap van de intervisanten;
- kort en krachtig eenmalig interveniëren door knelpunten in groepsdynamiek te relateren aan eigen bijdragen van intervisanten vanuit hun drie rollen;
- gericht toe te werken naar volledige zelfstandigheid van de lerende groep.
U sluit de Leergang Professioneel Coach wat betreft de lesdagen af en bereidt u voor op het assessment.
Afronding Teamcoachtraject & Kritieke Momenten (TC5)
Op deze dag staan centraal:
- Afronding teamcoachtraject
- Teamcoachverslag 1
- Voortgangspracticum
De teamcoachverslagen worden vooraf beoordeeld door de coachopleider. Deze verslagen bieden een rijkdom aan leermateriaal. Daarom moeten ze voordat ze naar de coachopleider worden gestuurd, worden gelezen door de mede-intervisanten en hun feedback moet worden verwerkt in het verslag. De deelnemer krijgt hier een schriftelijk beoordelingsverslag van de coachopleider en bespreekt dit in de intervisiegroep.
Het tweede deel van de ochtend is het lesonderdeel Afronding teamcoachtraject. Verwachte en onverwachte momenten komen aan de orde en er wordt met een afsluitend gesprek geoefend. De afronding kent een aantal essentiële kenmerken:
- De evaluatie, het teamcoachtraject wordt geëvalueerd op proces en product, effectiviteit van de bijeenkomsten.
- Integratie van de vijf succesfactoren.
- Houding van de teamcoach.
- Hoe verder, de borging.
De middag heeft het karakter van een voortgangspracticum waarbij de deelnemer een voor hem kritiek moment coacht (single loop reflectie) en bespreekbaar maakt (double loop reflectie). In de middag wordt gewerkt met een DVD-opname. De deelnemer dient een USB-stick mee te nemen. De professie van de deelnemer toont zich. Aansluitend volgt de vraag ‘Wat heeft deze deelnemer nog te leren?’.
Resultaat
- Uw Teamcoachverslag 1 voldoet aan de vooraf aangegeven kwalitatieve criteria en is hierop beoordeeld.
- U weet een teamcoachtraject adequaat af te ronden.
- U geeft aantoonbaar blijk van de indicatoren van de St!R-competenties.
- U ontdekt door breder perspectief meer mogelijkheden in uw handelen als teamcoach.
Coachen van Regressieve & Stagnerende Teams (TC6)
Teamcoaching richt zich op het bevorderen van het leervermogen van teams. Dat zijn in principe progressieve teams, teams die zich ontwikkelen of kunnen ontwikkelen. Daarnaast onderscheiden we regressieve teams, die terugvallen in oud gedrag en stagnerende teams, daar waar de ontwikkeling is gestopt.
We maken een onderscheid tussen juniorschap en seniorschap in teams, waarbij de kwaliteit van de interactie bepalend is.Regressieve M3-teams bestaan meestal al langere tijd en dus zou je eigenaarschap op inhoud en resultaat, procedures en proces mogen verwachten. Ze functioneren echter op een lager ontwikkelingsniveau. Het team toont een terugval in haar ontwikkeling. De reguliere interventies voor M1-groepen zijn een gepasseerd station. De teamcoach richt zich op de beleving van de teamleden hoe er met het team wordt omgegaan.
Een team kan ook in haar ontwikkeling stagneren. Het blijft op juniorniveau functioneren en dat verbaast de omgeving niet. De groepsdynamiek wordt gekenmerkt door onderstroom- en bovenstroomprocessen: formeel wordt er gewerkt volgens de regels, ‘achter de coulissen’ bepalen onuitgesproken conflicterende belangen, laster en venijn de regels. Er is sprake van normvervaging. Grensoverschrijdend gedrag wordt niet gecorrigeerd. De teamcoach richt zich op meetlat en eigenaarschap.
Resultaat
- U herkent en ervaart de kracht van een regressief team. U onderkent het verschil met een stagnerend team.
- U maakt aansluiting met een regressief team.
- U kent de verschillende fasen in het coachen van een regressief team.
- U kunt op M3-niveau met een regressief team in gesprek raken.
- U onderkent het grens- en normvervagende karakter van stagnerende teams.
- U ervaart hoe het is om onbespreekbare zaken bespreekbaar te maken.
- U ervaart en onderkent het (onuitgesproken) appèl dat een regressief of stagnerend team op u doet en kunt dit benoemen.
- U bent aanspreekbaar op eigen reactie, staat open voor reflectie en feedback.
- U geeft blijk van voldoende zelfinzicht en ontwikkeling, weet onderscheid te maken tussen wat bij uzelf en wat bij de ander hoort.
Teamcoaching vanuit Organisatiecontext (TC7)
Stagnatie, zichtbaar in onderstroom en bovenstroom, heeft wel degelijk een wisselwerking met gebeurtenissen binnen de organisatie. Aan de hand van praktijk- en bedrijfssituaties wordt helder hoe een teamcoach denkt vanuit organisatiecontext, wat zijn competentieprofiel is en met welke vraagstellingen hij/zij zich bezighoudt. De teamcoach als organisatiecoach bewandelt niet de gebaande paden, maar heeft geleerd verder te kijken (double loop leren, ‘de kaart is niet het gebied’) en dat levert meer op.
De werkwijze vanuit organisatiecontext van een teamcoach wordt inzichtelijk gemaakt aan de hand van het ‘7-Stappenmodel van Bryan, Goodman & Schaveling’. Er wordt een breed draagvlak vanuit de organisatie gecreëerd door vanaf het begin de mensen zelf aan het woord te laten (‘Bring the system in the room’).
De volgende stappen worden doorlopen:
- Wat zijn de incidenten -die steeds weer terug komen- waar hebben we last van?
- Is er een trend waar te nemen?
- Wat is onze scope, wat is onze focus? Bij systeemdenken is gerichtheid op de scope -waar liggen je beïnvloedingsmogelijkheden en waar krijg je energie van- van belang.Â
- Vervolgens wordt in globale zin beschreven welke patronen achter al die incidenten schuil kunnen gaan c.q. welke patronen er aan ten grondslag kunnen liggen.
- Wat zijn de diepere krachten (driving forces) die dit alles veroorzaken?
- Daarna wordt de stap van mogelijke interventies beschreven voor de organisatie- en teamcoach: wat kun je nou met die analyses als teamcoach?
- Als teamcoach word je al snel de organisatie in gezogen door wat wel genoemd wordt ‘parallelprocessen’. Je kunt deze alleen herkennen en je ertegen wapenen door regelmatig een time-out te nemen, een moment van reviewen.
De deelnemer wordt geleerd om in te zien dat de zeven punten eigenlijk om gebieden gaan die men afwisselend aandacht moet geven. Organisatiecoaches vinden het prettig om deze lesdag naar voren te schuiven.
Resultaat
- U kunt vraagstellingen uit de organisatie als werkterrein van een teamcoach als organisatiecoach onderkennen.
- U analyseert vanuit feedbackloops.
- U heeft inzicht in het ‘7-Stappen-model’ van Schaveling.
- U kunt in een gesprek de achterliggende feedbackloops duidelijk maken.
- U kunt in een gesprek met een opdrachtgever helder maken hoe context en teamfunctioneren elkaar beïnvloeden.
Kritieke Momenten Teamcoach (TC8)
Kritieke momenten zijn spannende moment die ertoe doen. Tijdens deze 1-daagse staan de emoties en drijfveren van de deelnemer als teamcoach -meer dan bij de andere lesdagen- centraal.
Voorafgaand aan deze lesdag scoort de deelnemer zichzelf aan de hand van het teamcoach competentieprofiel en benoemt hij aansluitend 1 of 2 praktijksituaties waarin ‘slipgevaar’ bestaat om ingezogen te worden. In het functioneren als teamcoach wordt voortdurend een appèl op hem gedaan door de teamleden.
De druk voor tegenoverdracht is groter dan bij individuele coaching. Dit komt door de complexiteit van het politieke spel op relatieniveau, als ook de macht (fysieke en mentale) van de groepsgrootte (bijvoorbeeld 10 personen tegen 1 persoon). Vanuit het vermogen te verdragen is kennis van tegenoverdracht voor de teamcoach onontbeerlijk.Daarnaast spelen ook eigen ervaringen mee in groepen, en het overleven in groepen. Welke plek had je in groepen en welke plek neem je automatisch in?
Het begrip ‘veiligheid’ kent verschillende dimensies voor de teamcoach. ‘Ingezogen worden’ is een gevolg van de tegenoverdracht en daarmee zet de teamcoach zichzelf buiten spel. Hij accepteert de eisen van het systeem dat niet functioneert en versterkt daarmee de ongewenste situatie. In praktijksituaties wordt uitgewerkt hoe u uzelf klemzet. Vervolgens wordt gekeken wat uw mogelijkheden zijn en hoe u uzelf kunt corrigeren. Daarmee gaat u adequaat reageren op het appèl dat het team op u doet. Deze dag is de laatste dag voor het assessment om het geleerde te integreren.
Resultaat
- U scoort uzelf op het competentieprofiel teamcoach van de St!R.
- U weet eigen kritieke momenten onder woorden te brengen.
- U benoemt het appèl op relatieniveau waarop u door het team onuitgesproken wordt aangesproken.
- U bent aanspreekbaar op eigen reactie, staat open voor reflectie en feedback.
- U geeft blijk van voldoende zelfinzicht en ontwikkeling, weet onderscheid te maken tussen wat bij uzelf en wat bij de ander hoort.
- U reageert adequaat op een door uzelf aangegeven moeilijke teamcoachsituatie.
U sluit de Leergang Teamcoach of de Leergang Individueel Coach & Teamcoach af wat betreft de lesdagen en bent klaar voor het assessment.
De rode draad in alle 1-daagsen
- Het circulair leren vanuit systeemdenken.
- De vijf Succesfactoren van het coachen.
- Feedback op eigen stijl met als meetlat het competentieprofiel van een erkend coach.
- De 1-daagsen -met 7-16 deelnemers- hebben een hoog doe-gehalte.
We maken zienswijzen direct toepasbaar. Kortom een dag die zich direct uitbetaalt!
Locatie
Alle 1-daagsen (09.00 uur – 18.00 uur) worden gehouden in Meeting Plaza, Hoog Catharijne te Utrecht (bij Centraal Station).